Deze uitgave van het handschrift-Vanden Stock is gebaseerd op de principes zoals deze in de Algemene richtlijnen voor de uitgave van teksten in de reeks Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden staan omschreven. Daarbij verdienen de volgende punten nadere toelichting:
15. Transcriptie
15.3 Overeenkomstig de richtlijnen is de verlengde i bij dubbele i getranscribeerd met j.
15.8 De majuskelvorm i aan het begin van een woord is afhankelijk van de plaats van dat woord in de zin weergegeven met een j (woordbegin midden in een vers) of een I (woordbegin aan begin van een vers, of na een initiaal). Hierin wijkt deze editie af van de richtlijn, die voorschrijft de majuskel- en minuskelvormen uit het handschrift te imiteren. In het midden van een vers gebruikt de kopiist af en toe majuskelvormen van verschillende letters aan een woordbegin. Deze majuskels duiden meestal een opsomming, een benadrukt woord of het begin van een binnenrijm aan. Woorden in het midden van een vers die beginnen met de majuskelvorm i komen echter veel vaker, maar deze woorden duiden in de zin nooit een van de hiervoor genoemde zaken aan. Om het verschil in gebruik van majuskelvormen weer te geven, is ervoor gekozen de majuskelvorm i in deze gevallen als een j te transcriberen.
In de regel schrijft de kopiist de eerste letter na een initiaal als majuskel, maar hij doet dit niet consequent. In deze editie is de schrijfwijze van de kopiist gevolgd.
Zoals blijkt uit de weergave van de majuskel l (van Looft) in het Abecedarium maakt de kopiist slechts een miniem verschil tussen de majuskel- en minuskelvorm van de l. In deze editie is de l na een initiaal weergeven in de minuskelvorm, tenzij de kopiist duidelijk een afwijkende vorm van de letter heeft proberen te schrijven (wat alleen voorkomt in ‘ALder’ in regel 14v21).
Op sommige plaatsen is het bovendien moeilijk uit te maken of de kopiist de letter na een initiaal als majuskel of minuskel heeft geschreven. Op plaatsen waar twijfel mogelijk is, is in deze editie gekozen voor majuskels.
17. Woordscheiding en -aaneenschrijving
Op meerdere plaatsen is het onduidelijk of de kopiist een woord aan elkaar wilde schrijven of dat hij een te kleine spatie open liet. Waar dit leidde tot vreemde samenstellingen is besloten om de woorden te scheiden, bijvoorbeeld ‘zijnzij’ (4r17) wordt ‘zijn zij’, ‘daernamet’ (7r5) wordt ‘daer namet’ en ‘salhij’ (9r11) wordt ‘sal hij’.
24. Onzekere lezingen
Sommige letters zijn dichtgelopen (door een brede penpunt en onzorgvuldigheid van de kopiist). Dit veroorzaakt echter nooit onzekere lezingen. De dichtgelopen letters worden daarom niet apart vermeld in de noten.