Woord vooraf
Tijdens het HERA-project ‘Dynamics of the Medieval Manuscript’, dat zich richtte op verzamelhandschriften met daarin minstens één korte verhalende verstekst, kwam een dun papieren handschriftje onder mijn aandacht. Tussen de bekende – en vaak al in de MVN-reeks uitgegeven – verzamelhandschriften, zoals het handschrift-Van Hulthem, het Comburgse handschrift, het Gruuthuse-handschrift, het Wapenboek Gelre, het Oxfordse Boendale-handschrift en het Geraardsbergse-handschrift, ziet het boekje, dat onder signatuur II 116 in de Koninklijke Bibliotheek te Brussel wordt bewaard, er onbeduidend uit. Misschien juist daarom trok het onmiddellijk mijn aandacht. Het was een ander soort getuige van de dynamiek van het verspreiden van teksten dan de ‘grote’ verzamelhandschriften. Een soort getuige waarvan de overlevingskansen nog kleiner waren, zoals de fragmenten van het handschrift Borgloon – een ander ‘klein’ verzamelhandschrift, reeds uitgegeven in de MVN-reeks – bijvoorbeeld illustreren.
Middels deze eerste digitale diplomatische editie in de MVN-reeks kan dit handschrift aan de anonimiteit worden onttrokken. Maar wie in de spotlight staat, hoort een naam te hebben. De kopiist van dit boekje, die het zeer waarschijnlijk voor zichzelf heeft aangelegd, is onbekend, maar in de zestiende eeuw heeft een man op enkele folia in de marge notities aangebracht en zijn naam is wel bekend. Op f. 5r van deze codex vinden we hem in de ondermarge: Olivier vanden Stock. Hoewel we vooralsnog niets over hem weten, heeft hij een belangrijke rol gespeeld in de overlevering van de codex. Daarom is hij de meest geschikte kandidaat om het handschrift naar te vernoemen: het handschrift-Vanden Stock.
Daniël Ermens
Antwerpen, mei 2016